Instellen van bestuurdersstoel
Niet lekker zitten betekent is de eerste aanzet tot gespannen rijden! Neem de tijd om de stoel goed in te stellen, wanneer meerdere bestuurders gebruik maken van dezelfde auto.
Algemene regel is dat, lange bestuurders de stoel lager instellen en kleine bestuurders de stoel hoger instellen.
Om de afstand tot je pedalen in te stellen schuif je de bestuurdersstoel naar voren of naar achteren. Bij een goed ingestelde stoel is bij ingetrapte koppelingspedaal je been iets gebogen. Dan rust je bekken en bovenbeen ontspannen op de de zitting.
Zoek een comfortabele houding waarin je zitvlak voelt in de overgang van zitting naar rugleuning. Stel de hoek van de rugleuning zodanig in dat je rug en schouders goed gesteund worden. Het is belangrijk dat je rug goed gesteund wordt door de rugleuning, want hiermee voel je alle bewegingen van de auto.
Je controleert je stuurhouding wanneer je de stoel is ingesteld.
De beste stuurhouding
Leg beide handen ontspannen op het stuur ( zogenaamde 12 uur positie). Laat je handen langs het stuur afzakken naar respectievelijk kwart voor drie positie. Je armen zijn lichtgebogen.
Zijn je armen gestrekt of je zit te dicht op het stuur dan hebben sommige auto’s de mogelijkheid om het stuurwiel in hoogte en/of stand te verstellen. Wanneer je te dicht op het stuur zit belemmert dit in je handelingen.
Hoofdsteun afstellen
Ter voorkoming van een whiplash bij een kop-staart botsing stel je het hoofdsteun in. Het juist afstellen van de hoofdsteun meet je door de kruin van je hoofd gelijk te stellen aan de bovenzijde van de hoofdsteun.
Nadat je je gordel hebt vastgegespt, start je de auto en ga je veilig op weg.